Nieuwe Omgevingswet en BAL stellen eisen aan bedrijven: Vloeistofdichte vloer én vloeistofdichte bedrijfsriolering verplicht

Waar voorheen de aanleg, het herstel en de inspectie van bodembeschermende voorzieningen zoals vloeistofdichte vloeren en vloeistofkerende vloeren was vastgelegd in het Activiteitenbesluit Milieubeheer en de Activiteitenregeling Milieubeheer, is de regelgeving omtrent deze activiteiten met de invoering van de nieuwe Omgevingswet op 1 januari 2024 vervangen door het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL). Door de invoering van het BAL moeten bedrijven die milieubelastende en bodembedreigende activiteiten uitvoeren nu niet alleen aan de slag met het herkeuren, herstellen of verbeteren van hun vloeistofdichte vloer, maar zijn zij ook verplicht aan te tonen dat ze een vloeistofdichte bedrijfsriolering (vanaf aansluiting tot aan olieafscheider (OBAS)) hebben.

Van Vloeistofdichte vloer naar Bodembeschermende voorziening

Voordat duidelijk wordt waar bedrijven sinds het BAL aan moeten voldoen, is het goed om de nieuwe definities te kennen. We zien binnen het nieuwe Besluit Activiteiten Leefomgeving definities als vloeistofdichte vloer / voorziening en vloeistofkerende vloer / voorziening namelijk niet meer terug. Dit heeft, zoals benoemd, te maken met het feit dat ook de bedrijfsriolering tot aan de afscheider sinds 1 januari 2024 onderdeel is van de vloeistofdichte bodemvoorziening. Het betreft dus niet enkel en alleen de vloer meer. Daar later meer over.

 

De definities onder het BAL zien er voortaan als volgt uit:

• Vloeistofdichte vloer wordt Vloeistofdichte bodemvoorziening. Dit betreft vloeren, verhardingen of constructies waardoor stoffen niet in de bodem terecht kunnen komen

• Vloeistofkerende vloer/voorzieningen (bv. asfalt/beton) wordt Aaneengesloten bodemvoorziening. Dit betreft vloeren, verhardingen of constructies die stoffen tijdelijk keren waarvan eventuele onderbrekingen en naden zijn gedicht.

• Vloeistofkerende vloer met open bestrating wordt Elementen bodemvoorziening. Dit betreft vloeren, verhardingen of constructies die stoffen tijdelijk keren, waarvan eventuele onderbrekingen en naden niet zijn gedicht.

• Lekbak blijft Lekbak. Dit betreft een aaneengesloten bodemvoorziening met opstaande randen.

Tezamen vallen deze nieuwe definities onder de term ‘Bodembeschermende Voorziening’.

Binnen dit artikel gebruiken we, ten behoeve van de leesbaarheid en begrijpelijkheid, zowel de oude als de nieuwe definities.

Welke bedrijven moeten met bedrijfsriolering aan de slag?

De invoering van de Omgevingswet verplicht eigenaren van onder andere tankstations, milieudepots en opslagruimtes voor brandstoffen en chemische producten, maar ook eigenaren van afvalstations en wasstraten binnen afzienbare tijd aan de slag te gaan met zowel hun vloeistofdichte vloeren als hun vloeistofdichte bedrijfsrioleringstelsel.

Wat verandert er voor bedrijven door de invoering van de nieuwe Omgevingswet?

Erkende Aannemer en Deskundig Inspecteur vereist voor keuring herstelde vloeistofdichte vloer / bodemvoorziening

In de oude regelgeving moest een erkende aannemer de voorziening aanleggen waarna vervolgens iedereen, zonder de noodzaak van inspectie achteraf, het herstel mocht uitvoeren. Tegenwoordig moet ook het herstel van een vloeistofdichte bodemvoorziening op basis van richtlijn ‘BRL SIKB 7700 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening’ uitgevoerd worden door een erkende aannemer, zoals onze gecertificeerde werkmaatschappij EcoCare Milieutechniek of, indien het herstel door een niet-erkende aannemer is verricht, door een Deskundig Inspecteur achteraf worden geïnspecteerd.

Bedrijfsriolering tot olieafscheider (OBAS) onderdeel van keuring

Waar voorheen alleen de vloeistofdichte vloer eens per 6 jaar door een Deskundig Inspecteur volgens richtlijn AS SIKB 6700 op vloeistofdichtheid beoordeeld moest worden, is binnen het BAL bepaald dat ook de bedrijfsriolering tot de olieafscheiderinstallatie onderdeel is van deze 6-jaarlijkse inspectie. Om bedrijfsrioleringen te controleren op vloeistofdichtheid is het afpersen van bedrijfsriolering noodzakelijk. Middels deze lekdichtheidstest wordt het rioleringsstelsel met water onder druk gezet om te bepalen of sprake is van een lekverlies.

De verplichting tot een jaarlijkse inspectie door of namens de eigenaar blijft staan.

Controleput noodzakelijk voor inspectie bedrijfsriolering

In verband met het ingaan van de Omgevingswet moest ook de BRL 7700 (waar gecertificeerde aannemers aan moeten voldoen) drastisch worden herzien. Met het gebruik van de nieuwe BRL wordt het verplicht om bij een onder erkenning aangelegde vloeistofdichte bodemvoorziening vóór de afscheider een controleput, ook wel beoordelingsvoorziening genoemd, te hebben. Deze controleput maakt het afpersen van de bedrijfsriolering, en daarmee het inspecteren op eventuele gebreken tot de OBAS, een stuk gemakkelijker.

Overgangstermijn voor een erkende bodembeschermende voorziening

De keuring van vloeistofdichte bodemvoorzieningen wordt sinds de invoering van de nieuwe Omgevingswet dus omvangrijker. Om te kunnen voldoen aan alle nieuwe vereisten is een overgangstermijn van 3 jaar voorgeschreven. Dit betekent dat uiterlijk 31 december 2026 alle vloeistofdichte bodemvoorzieningen moeten voldoen aan de nieuwe normen uit het Besluit Activiteiten Leefomgeving. Dat betekent dus dat onder andere, naast het periodiek keuren van de vloeistofdichte bodemvoorziening, ook de daarop aangesloten bedrijfsriolering tot de afscheider op vloeistofdichtheid moet worden beoordeeld.

Bewijs van Aanleg onder Certificaat (BAOC) en/of Bewijs van Herstel Onder Certificaat (BHOC) verplicht voor een vloeistofdichte bodemvoorziening 

Is jouw bedrijf verplicht een vloeistofdichte bodemvoorziening te bezitten? Dan moet de aanleg of het herstel van de vloeistofdichte voorziening, afhankelijk van het type vloer, voldoen aan verplichte protocollen. Een Bewijs van Aanleg onder Certificaat (BOAC) en/of Bewijs van Herstel Onder Certificaat (BHOC) is sinds de invoering van de Omgevingswet altijd verplicht, tenzij herstel door een niet gecertificeerde aannemer wordt uitgevoerd. In dat laatste geval zal het herstel door een Deskundig Inspecteur beoordeeld moeten worden.

Vind op Vloeistofdichte vloeren meer informatie over deze protocollen en onze werkzaamheden of neem voor advies op maat contact op via info@vanderwerffgroep.nl of 0172 – 469 500 met Stanley de Looze. Ook als je een Bewijs van Aanleg onder Certificaat (BAOC) of een Bewijs van Herstel Onder Certificaat (BHOC) toegekend wil krijgen, een inspectie wil laten uitvoeren of een controleput wilt laten plaatsen.

Dit artikel is geschreven door: Stanley de Looze